In voorgaande hoofdstukken is onder andere beschreven, welke ontwerpaspecten belangrijk zijn om een oplegging naar behoren te laten functioneren. Er zijn diverse constructieve uitgangspunten aan de orde gekomen, die tijdens het ontwerp worden gehanteerd. Bijvoorbeeld de mate waarin de bovenbouw vervormt, de wijze waarop de belasting uit de bovenbouw zich over de opleggingen verdeelt en de krachtoverdracht in de contactvlakken tussen de oplegging en aansluitende constructiedelen.
De juistheid van deze uitgangspunten is volledig afhankelijk van de wijze, waarop de opleggingen worden geïnstalleerd. Wanneer opleggingen zonder aandacht voor de ontwerpparameters op hun plek worden gelegd is het niet te vermijden dat deze opleggingen zich anders zullen gedragen dan in de ontwerpfase was bedoeld. Afwijkend gedrag van een oplegging heeft direct gevolgen voor de krachten en vervormingen die hiermee gepaard gaan. Overbelasting of ongewenste verplaatsing van constructiedelen is dan niet uit te sluiten. De veronderstelde schadevrije levensduur zal dan zeker niet worden gehaald.
De ervaring leert, dat in een (te groot) deel van de situaties, waarbij sprake is van schade aan of rond een oplegging, een gebrekkige, onzorgvuldige montage hiervan de oorzaak is. De benodigde aandacht en zorgvuldigheid bij het installeren van opleggingen wordt vaak onderschat. In hoofdstuk 2.4 is eerder aandacht besteed aan de relatie tussen ontwerp en uitvoering. In dit hoofdstuk 6 worden de belangrijkste installatie aspecten in detail behandeld, die met betrekking tot het goed functioneren van een opleggingen relevant zijn.
Zowel het constructieve ontwerp, behandeld in hoofstuk 3, 4 en 5 als de montage dient te voldoen aan de eisen zoals gesteld in de normen. In dit hoofdstuk 6 zullen de relevante normen dan ook behandeld worden in het licht van de montage.