Dit is een dubbele betonnen kokerbrug met overspanningen van 80, 160 en 80 m, gebouwd volgens de uitbouwmethode. Dit oplegsysteem omvat een vaste oplegging op steunpunt 2 en enkelzijdig beweegbare opleggingen in langsrichting op de steunpunten 1, 3 en 4. Allen gesitueerd aan de middenbermzijde van de brug. Zie figuur 5.5.2.a.
Naast de vaste oplegging is op steunpunt 2 een in dwarsrichting enkelzijdig beweegbare oplegging toegepast. Alle andere opleggingen zijn alzijdig beweegbaar. Dit systeem is bijna hetzelfde als het systeem van de Brug bij Hagestein. Echter, door de grotere stijfheid van de betonnen brug op doorbuiging en de grotere torsiestijfheid in combinatie met een rotatiecentrum (dwarskrachtencentrum) binnen de koker, zullen de bewegingen en dus ook de verklemmingen bijna verwaarloosbaar zijn en kon de enkelzijdig beweegbare oplegging in dwarsrichting naast de vaste oplegging worden toegepast. Ook de horizontale temperatuurgradiënt speelt nauwelijks een rol.