Het (op handafstand) inspecteren van opleggingen levert doorgaans een grote hoeveelheid aan gegevens op. Zoals foto’s, registratieformulieren en overige aantekeningen. Het is belangrijk om bewust zoveel mogelijk gegevens te verzamelen conform de daarvoor bedoelde meetprotocollen. Weerstand moet worden geboden tegen de verleiding om ogenschijnlijk irrelevante metingen achterwege te laten. Tijdens de inspectie is namelijk nog niet met zekerheid te zeggen welke gegevens allemaal belangrijk zijn voor het achteraf kunnen analyseren van bepaalde schades. Op het eerste gezicht irrelevante eigenschappen kunnen op een later moment essentieel blijken voor het goed onderbouwen van een diagnose.
De registraties die tijdens een inspectie worden gedaan hebben niet alleen als doel om de stand en conditie van een oplegging vast te leggen. De gegevens moeten ook helpen het gedrag van de hoofddraagconstructie te begrijpen en zo causale verbanden met de toestand van de opleggingen inzichtelijk te maken.
Bepaalde gegevens zijn zelfs pas na enkele jaren waardevol als bijvoorbeeld de wens bestaat om meetwaarden van verschillende jaren met elkaar te vergelijken (bijvoorbeeld de PTFE dikte nu en tijdens de vorige inspectie enkele jaren geleden). Dergelijke gegevens zijn waardevol voor het kunnen doen van een uitspraak over het verouderingsgedrag van het betreffende onderdeel van de oplegging. Het is derhalve belangrijk dat de gegevens goed worden gedocumenteerd met vermelding van de juiste oriëntatie en heldere coderingen van de opleggingen. Voorbeelden van inspectierapporten zijn opgenomen in bijlage 2 van het Handboek Inspectie Opleggingen.