Onder variabel onderhoud wordt verstaan het groot en of bijzonder onderhoud naar aanleiding van schadebeelden geconstateerd tijdens een gerichte technische inspectie. De activiteiten die behoren tot variabel onderhoud zijn bijvoorbeeld:
- Corrigeren van instellingen
Dit is een niet regulier terugkerende activiteit en kan daarom niet als een planmatige actie worden opgenomen in een Instandhoudingsplan. Het doel van deze onderhoudsactiviteit is het (naar aanleiding van geconstateerde overschrijdingen van de tolerantie(waarde) van een oplegging) terug plaatsen van de oplegging of onderdelen daarvan in de uitgangspositie, zoals die in het ontwerp zijn gespecificeerd. De instellingen dienen zo kort mogelijk na constatering en evaluatie van een overschrijding te worden gecorrigeerd. De termijn, waarbinnen dit gebeurt, is afhankelijk van de tolerantie en in hoeverre deze gevolgen heeft voor het kunstwerk, maar is maximaal drie jaar na constatering van een overschrijding. - Reinigen van opleggingen en vervangen van afdichtingen
Deze activiteiten worden gezamenlijk uitgevoerd. Tijdens het vervangen van afdichtingen worden de volgende activiteiten uitgevoerd: reinigen, bijwerken van conservering en/of ondersabeling en vernieuwen van de afdichtingen en/of reparatie van de afscherming. Met het reinigen van opleggingen en het vervangen van afdichtingen wordt de kans op verhoogde slijtage van de rol- en glijvlakken, waardoor deze voortijdig vervangen dienen te worden, verkleind. - Repareren van rubberen opleggingen
Hoewel bij schade aan rubberen opleggingen vaak werd besloten tot vervanging, is in veel gevallen reparatie ook een goede mogelijkheid. Zeker wanneer de schade zich manifesteert in de vorm van scheuren in de omhulling en eventuele corrosie van de inwendige staalplaten niet te ver gevorderd is. Bijlage C van RTD 1017-2 ‘Handleiding CRIAM Rubber Oplegblokken en richtlijnen voor reparatie’ geeft hiervoor richtlijnen. - Uitwisselen van onderdelen of geheel vervangen van de opleggingen:
In het geval van slijtage of falen van (onderdelen van) de opleggingen kan worden besloten onderdelen uit te wisselen of de opleggingen in zijn geheel te vervangen. Het reviseren van opleggingen met glijdelementen kan niet in situ worden uitgevoerd. Om uitwalsen van de glijdvlakken te voorkomen dienen deze gekoeld in de inkamering te worden geplaatst. Hiervoor zijn geconditioneerde omstandigheden nodig.