Buitengewone belastingen door aanvaringen door schepen zijn afhankelijk van:
- het type waterweg;
- de stromingsomstandigheden;
- het type en de diepgang van vaartuigen en hun aanvaringsgedrag en
- het type van de constructies en hun gedrag bij energiedissipatie
De belasting bestaat uit twee afzonderlijke krachten:
- een frontale kracht Fdx (in de normale vaarrichting)
- een zijdelingse kracht met een component Fdy werkend loodrecht op de frontale botskracht en een wrijvingscomponent FR evenwijdig aan Fdx (wrijvingscoefficent: 0,4).
De kracht moet op een hoogte van 1,50 m zijn aangebracht boven het van toepassing zijnde waterniveau. De belasting voor rivieren en kanalen kan per type schip worden ontleend aan tabel; NB.6 –C.3. Voor zeeschepen gelden afwijkende bepalingen.