In zijn eenvoudigste vorm bestaat de gewapende rubberoplegging uit een sandwichconstructie van een aantal rubberlagen vervaardigd uit natuurrubber (NR) of polychloropreenrubber (CR) en daartussen de stalen wapeningsplaten. Aan de zijkanten en aan de boven- en onderzijde is een rubberomhulling aangebracht voor het bereiken van de vereiste duurzaamheid tegen klimatologische invloeden.
EN 1337-3 geeft materiaaleisen voor NR en CR, geen samenstellingen. De materiaaleisen zijn bedoeld om rubbers te gebruiken waarbij de materiaaleigenschappen een compromis zijn voor de benodigde eigenschappen zoals sterkte, flexibiliteit en duurzaamheid. Het materiaal NR heeft normaliter een lagere ozonbestendigheid dan CR, maar als bescherming wordt een wax toegevoegd, die langzaam naar buiten treedt en zo de oplegging beschermt. De verschillende criteria voor ozonbestendigheid voor NR en CR zijn niet direct gerelateerd aan de levensduur van de oplegging en blootstelling aan ozon, maar bedoeld om te verifiëren of de juiste compound is gebruikt. De verbinding tussen rubber en staal is verkregen door vulkanisatie.
De volgende materiaalcombinaties zijn mogelijk:
- Kern en omhullingen vervaardigd uit NR
- Kern en omhulling vervaardigd uit CR
- Kern vervaardigd uit NR en omhulling uit CR
- Staalplaten vervaardigd uit minimaal S235
Figuur 4.2.3.1 toont een isometrisch aanzicht van een rubberoplegging.