Onder druk van de piston, die de verticale belasting vanuit de bovenbouw overbrengt naar de rubber pad en zo naar de pot, werkt bij een potoplegging het rubber als een vloeistof. Hierdoor kan de oplegging in alle richtingen roteren. De anti-extrusieafdichting verhindert het uittreden van rubber. Er zijn verschillende typen afdichtingen: stalen ringen met vertanding, bronzen ringen met vertanding, massieve bronzen ringen, kettingen van POM (polyoxymethyleen-kunststof) en massieve ringen van een PTFE-grafietverbinding. Elk afdichtingstype heeft een andere levensduurverwachting t.a.v. slijtage.
Vroeger zijn ook afdichtingen van PTFE toegepast, deze bleken echter niet slijtvast.
De stofafdichting tussen de potwand en de uitkraging van de zuiger beschermt de potoplegging tegen indringing van vuil.
Omdat de zuiger in de pot in horizontale zin ligt opgesloten is de potoplegging in principe een vaste oplegging. Met glijdelementen al dan niet in combinatie met geleidingen kan de potoplegging toch als een alzijdig dan wel enkelzijdig beweegbare oplegging worden uitgevoerd.
Het reactiemoment dat ontstaat door de traagheid van het instellen van het rubber bij hoekverdraaiingen is afhankelijk van de hoek en de hoeksnelheid. Grotere opleggingen zijn stijver tegen rotatie en zullen dus in combinatie met een glijdelement meer kans op gedeeltelijke uplift geven.
De opleggingen zijn zeer stijf in verticale richting.
Omdat deze opleggingen stijver reageren bij snelle rotaties en grotere hoeken en de kans op slijtage van de anti-extrusieafdichting en het contactvlak tussen piston en potwand zijn ze minder geschikt voor flexibele kunstwerken met rotaties door veel en zwaar verkeer.
Bij rotaties bevindt het rotatiepunt zich in het midden van de onderkant van de zuiger, ofwel de bovenkant van de rubber pad.
Door verdraaien van de zuiger in de pot zal de afdichting slijten. Na breuk kan het rubber extruderen en verliest de oplegging zijn stijfheid en dus zijn dragende functie.
Deze stalen opleggingen zullen corrosie kunnen vertonen.
Onderstaand figuur 4.4.4.a toont een doorsnede van een alzijdig beweegbare potoplegging en figuur 4.4.4.b de onderdelen van een uit elkaar genomen oplegging.