Dit type is in Nederland slechts éénmaal toegepast.
De oplegging bestaat uit een raamwerk aan de bovenbouw en twee raamwerken op de onderbouw.
Een rol draagt het bovenste raamwerk en wordt gesteund door de twee onderste raamwerken, zowel bij druk- als trekbelasting. De rol wordt in zijdelingse richting gesteund door de onderste raamwerken en twee evenaren functioneren als gelijkloopinrichting.
Dit betekent dat de rol voortdurend op wisselende buiging wordt belast in combinatie met hoge contactdrukken bij de grensvlakken met de raamwerken.
De gelijkloop en de dwarsgeleiding worden blootgesteld aan hoge dwangkrachten, waarop bij het ontwerp niet is gerekend. Een doorsnede wordt getoond in Figuur 4.9.4.a.