Bij oplegsystemen met een vast punt worden de horizontale belastingen in langsrichting (x) van het kunstwerk afgedragen door middel van het vaste punt. Krachten in dwarsrichting (y) worden afgedragen door één of meerdere opleggingen die voorzien zijn van geleidingen. Voor kunstwerken met een oplegsysteem bestaande uit een combinatie van vaste, eenzijdig beweegbare en alzijdig beweegbare opleggingen of kunstwerken met een geleidingssysteem, geldt dat de verplaatsingen voor een deel zijn verhinderd of beperkt. Bij een dergelijk oplegsysteem dient wel rekening gehouden te worden met de eventuele aanwezige speling in de individuele opleggingen of geleidingen.
Rotatie in een vaste oplegging kan een star lichaamsverplaatsing veroorzaken in een kunstwerk. Deze zal leiden tot verplaatsingen in alle opleggingen. Zie figuren 5.2.1.b en 5.2.1.c.
Wanneer een brugdek roteert ter plaatse van een steunpunt heeft dit afhankelijk van het type oplegging ook een translatie tot gevolg. De mate van translatie is afhankelijk van de locatie van het draaipunt. De vrijheidsgraden van een oplegging zijn hierop van invloed:
- In geval van een (in langsrichting) beweegbare oplegging ligt het draaipunt op het snijpunt tussen de neutrale lijn van het brugdek en de as van het steunpunt. Dit is weergegeven in figuur b). In het figuur wordt ook duidelijk weergegeven dat de hoekverdraaiing resulteert in een horizontale translatie ux ter plaatse van de opleggingen en in een horizontale translatie ux en verticale translatie uz ter plaatse van de voegovergangen.
- In geval van een vaste oplegging is de ligging van het draaipunt van het brugdek gelijk aan het momentane rotatiecentrum van de oplegging. Dit is weergegeven in figuur a). In het figuur wordt ook duidelijk weergegeven dat de hoekverdraaiing resulteert in een horizontale translatie ux van het brugdek ter plaatse van de neutrale lijn en in een horizontale translatie ux en verticale translatie uz ter plaatse van de voegovergangen
Uit de vergelijkingen onder de figuren a) en b) wordt duidelijk hoe de translatie afhankelijk is van de hoekverdraaiing en de afstand tot het draaipunt.
In het bovenstaande figuur a) wordt getoond dat een vaste, maar roterende eindoplegging kan leiden tot langsverplaatsing van het kunstwerk. Figuur b) toont dat een kunstwerk dat geen langsverplaatsing heeft ondergaan maar doorbuigt, zowel een rotatie als een translatie in een oplegging kan veroorzaken.