Dilatatiecapaciteit in langsrichting.
De maximaal toegestane spleet tussen de lamellen is 80 mm in de bruikbaarheidsgrenstoestand (SLS). Er dient een reservecapaciteit aan de “warme” kant in rekening te worden gebracht. Volgens de RTD1007-2 geldt hiervoor 20% x 1/2 x 80 = 8mm. De netto capaciteit per spleet is dus 72mm indien SLS waarden van de bewegingen worden gehanteerd. Indien ULS- waarden (1,2 x SLS) worden gehanteerd dan mag wel gerekend worden met 80mm per spleet.
Dilatatiecapaciteit in dwarsrichting.
De opneembare dwarsbewegingen verschillen per concept en per type. Er dient dus rekening gehouden te worden met de speling in het oplegsysteem. Daarnaast dient rekening te worden gehouden met uitzetgedrag van de brug in dwarsrichting ten opzichte van de betonnen onderbouw, met nam bij brede stalen bruggen is dit een factor om rekening mee te houden.
Conservering
De RTD1007-2 stelt hoge eisen aan de conservering. Meestal gaat de voorkeur uit naar thermisch verzinken van de staalconstructies. Dit is niet bij gelaste lamellenvoegen meestal niet mogelijk. Traditioneel werden gelaste lamellenvoegen voorzien van een natlaksysteem. De levensduur van dit systeem is in verhouding tot de totale ontwerplevensduur beperkt en dient daarmee te worden onderhouden en gedurende de ontwerplevensduur tenminste 1 keer te worden vervangen. Door de slechte bereikbaarheid van diverse delen van het systeem is onderhoud lastig uitvoerbaar. Daarnaast heeft het een grote impact op de beschikbaarheid van de weg. Daarom worden in de RTD1007-2 nu de hoogste eisen gesteld aan de conservering zodat het onderhoud tot een minimum beperkt kan blijven. Voor gelaste lamellenvoegen betekent dit dat een duplexsysteem op basis van een thermische gespoten zinklaag toegepast moet worden.
Bouwplaats stuiklassen
Het is mogelijk een lamellenvoeg gefaseerd aan te brengen. De lamellen worden dan onderling volledig doorgelast volgens een bepaald protocol. Vermoeiingstechnisch blijven deze lassen een risico en de positie van de traversebalken dient zodanig ontworpen te worden dat deze lassen een zo laag mogelijke spanning door verkeersbelasting krijgen (momenten nulpunt).
Geometrische inpassing
Voor de geometrische inpassing is het voor de juiste krachtafdracht van belang dat het ontwerp wordt afgestemd op de specifieke kruisingshoek en verhardingsdikte. Zie hiervoor ook de aandachtspunten zoals aangeven bij de enkelvoudige voeg volgens het nieuwbouwmodel 1.2a.
Voorkomen moet worden dat de traversekasten boven het brugdekoppervlak uit komen om schade bij latere vervanging van de wegverharding te voorkomen.
Horizontale krachten op frontwanden
Lamellenvoegen kunnen, afhankelijk van het type, aanzienlijke horizontale reactiekrachten genereren door interne wrijving en stijfheid van veren. Die moeten niet alleen worden opgenomen door de verankering maar ook door grondkerende wanden van landhoofden. Deze belasting komt bovenop de gronddruk die op dergelijke wanden wordt uitgeoefend. In het ontwerp van de frontwand dient dit dus tijdig te zijn meegenomen.