4.4.1 Kenmerken en toepassingsgebied

Algemene beschrijving

Een flexibele voegovergang heeft de volgende definitie: Een veelal in situ vervaardigde voegovergang bestaande uit een flexibele voegmassa met een specifieke samenstelling (bindmiddel met aggregaten) die aansluit op, en op dezelfde hoogte ligt als de aangrenzende verharding. De voegovergang wordt ter plaatse van de voegspleet ondersteund door dunne metalen platen of andere geschikte componenten.

Flexibele voegovergangen hebben t.o.v. stalen voegovergangen een relatief korte levensduur, een kleine dilatatiecapaciteit en een lagere geluidsemissie. Vanwege dit laatste aspect werden bitumineuze voegovergangen steeds vaker toegepast op plaatsen waar geluidsreductie nodig was. Vanaf 1990, toen in het Tweede Structuurschema voor Verkeer en Vervoer het beleid werd vastgesteld om voortaan stille deklagen te gaan toepassen, werd er steeds meer ZOAB toegepast bij nieuwbouw en werden bestaande dichte deklagen bij einde levensduur vervangen door ZOAB. In 2020 bestaat 91% van deklagen op het hoofdwegennet uit ZOAB, waarvan 30% tweelaags ZOAB. Stille deklagen behoeven ook een stille voegovergang, want een weg is pas echt stil als de voegovergang ook stil is. Juist bij een stil wegdek zijn onregelmatige piekbelastingen, die veroorzaakt worden door luidruchtige voegovergangen, zeer storend voor omwonenden. In het kader van de nieuwe geluidswetgeving (SWUNG) zullen in de nabije toekomst nog stillere deklagen worden toegepast en is het van belang dat ook stillere voegovergangen worden toegepast.

De bitumineuze voegovergangen zoals die traditioneel zijn toegepast hebben een gemiddelde levensduurverwachting van 4 jaar in autosnelwegen. Om hier verbetering in te brengen daagde RWS met de prijsvraag Stille Duurzame Voegovergangen (SDV) in 2007 de markt uit om met geluidsarme voegovergangen te komen met een relatief lange levensduur. Als resultaat van de prijsvraag SDV zijn er sinds enkele jaren stille voegovergangen beschikbaar die een langere levensduur dan 10 jaar hebben. Met het introduceren van de en RTD1007-4 versie 2.0 in 2019 is beoogd om een minimale levensduur van 10 jaar te halen.

Als we over flexibele voegovergangen spreken dan zijn dat meestal bitumineuze voegovergangen. Echter, de laatste jaren worden in het buitenland ook flexibele voegovergangen op basis van kunststof bindmiddelen toegepast. Hiermee wordt beoogd om de stille voegovergangen een langere levensduur dan 10 jaar te geven. In Nederland zijn deze voegovergangen nog niet gevalideerd. Bij verborgen voegovergangen zijn de voegovergangen feitelijk onder het wegdek gelegen en daarom onzichtbaar. De deklaag wordt ter plaatse van de voegen niet onderbroken. De feitelijke bewegingscapaciteit en waterdichting worden door een verborgen bitumineuze constructie gewaarborgd.

Toepassingsgebied

Flexibele voegovergangen zijn in het algemeen vooral gewenst in situaties waar geluidsoverlast naar de omgeving voorkomen moet worden.

Door de spoorvormingsgevoeligheid ligt er een sterke relatie tussen de vrachtverkeersintensiteit en de levensduur van deze voegovergangen. Dit maakt dat flexibele voegovergangen minder geschikt zijn voor de meest intensieve autosnelwegen, al worden ze her ook wel toegepast ter beperking van de geluidsoverlast. Met gevalideerde producten is het ook hier mogelijk een levensduur van 10 jaar te halen, maar neemt de kans op falen wel toe.
Om een betere levensduurverwachting in de praktijk te halen worden daarom flexibele voegovergangen bij voorkeur toegepast in wegen met minder dan 1.000.000 zware voertuigen per jaar.

Vanwege de relatief korte levensduur en de eenvoudige aanpassingsmogelijkheden zijn onverankerde bitumineuze voegovergangen wenselijke oplossingen in (tijdelijke) situaties waarbij de verwachting is dat  het wegalignement nog gaat wijzigen in de )nabije) toekomst.

De flexibele voegovergangen zijn toepasbaar bij kunstwerken met een relatief geringe horizontale voegbeweging, doorgaans in de orde van grootte van +/-10 à 20 mm.  De maximale beweging die mogelijk is, is gevalideerd in de x-richting tot +46/-24 mm, in de y-richting tot +/- 35 mm en in de z-richting tot +/- 3,0 mm.

Flexibele voegovergangen hebben een beperkte weerstand tegen opgelegde (hoogfrequente) vervormingen uit verkeersbelasting, met name (onverankerde) bitumineuze varianten. Dit heeft te maken met grote toename van de stijfheid van de voegmassa bij lagere temperaturen waardoor grote opspankrachten en vermoeiing ontstaan bij snel optredende voegbewegingen. Daarom dient altijd getoetst te worden of de voegbewegingen uit frequente verkeersbelasting onder de gevalideerde grenswaarde blijft. Doorgaans zijn deze voegbewegingen hoog bij kunstwerken met prefab betonnen liggers, zeker indien ook nog buigslappe voegen zijn toegepast bij kunstwerken met meerdere velden.  Kunstwerken waarbij de hoofddraagconstructie een voorgespannen plaat hebben in de regel kleine hoogfrequente voegbewegingen uit verkeersbelasting en zijn daarom geschikt voor toepassing van dit type voegovergang.

Flexibele voegovergangen zijn niet toepasbaar in bogen met een krappe boogstraal (≤ 350 m). In dit type bogen wordt door het verkeer veel aanspraak gemaakt op de dwarsstroefheid. Uit de tot op heden opgedane ervaringen blijkt dat de stroefheid van dit type voegovergangen in krappe bogen onvoldoende is. Een aantal flexibele voegovergangen worden momenteel gemonitord op de stroefheidontwikkeling in de praktijk. Ook wordt er veel aandacht besteed aan het ontwikkelen van een laboratoriumtest om de stroefheidontwikkeling in de praktijk te kunnen voorspellen.

Onderdelen

Alle flexibele voegovergangen bevatten de volgende onderdelen:

– Flexibele voegmassa, bestaande uit een korrelskelet waarvan de holle ruimten volledig zijn gevuld met een flexibel bindmiddel (met of zonder vulstof).
– Afdichting van de dilatatiespleet om verstopping met de voegmassa te voorkomen.
– Afdekplaat over de dilatatiespleet om de voegmassa te ondersteunen.
– Slijtlaag voor het garanderen van de stroefheid.

Afhankelijk van het concept worden, ter verbetering van de prestaties, er onderdelen aan de constructie toegevoegd. Dit wordt beschreven bij de diverse concepten.

 

Overzicht typen (concepten)

De volgende concepten worden onderscheiden in RTD1007-1 Meerkeuzematrix Voegovergangen:

Bindmiddel Concept Omschrijving
Bitumineus 4.1a Traditionele onverankerde (en ongevalideerde) bitumineuze voegovergang
4.1b Gevalideerde verankerde bitumineuze voegovergang met rekspreidende spiraalveren
4.1d Gevalideerde verbeterde onverankerde bitumineuze voegovergang met (gietasfalt) overgangsbalken
Kunststof 4.2a Kunststof voegovergang met verankerde hoekprofielen
4.2b Kunststof voegovergang met verankerde hoekprofielen en stabilisatoren
4.2c Kunststof voegovergang met verankerde hoekprofielen en spiraalveren