Het renoveren en ombouwen van rijrooster voegovergangen wordt onderverdeeld in de volgende activiteiten:
- het verwijderen van het binnenpakket (klemlijsten) en het rubberprofiel
- het stralen en conserveren van de staalconstructie en stralen van het beton
- het beoordelen van het beton en de constructie
- het inbouwen van stalen klauwprofielen
- het herstellen van de conservering
- het aanbrengen van een naadloos rubberprofiel
- het aanbrengen van een slijtlaag op de bovenzijde
Het verwijderen van het binnenpakket (klemlijsten) en het rubberprofiel
De binnenpakketten van een enkelvoudige, grote voeg (EGV) zijn verwijderbaar door eventuele lassen door te slijpen en het pakket met een kraan uit de stalen omgeving te trekken. Er zijn rijroosters bekend waarvan de klemlijsten volledig zijn gelast (over de lengte van de voeg) en er zijn rijroosters waarvan de klemlijst met onderbroken lassen zijn verbonden. In het laatste geval zijn er praktijksituaties bekend waarbij de lassen zijn gebroken en de klemlijsten nagenoeg vrij uitneembaar zijn.
Het stralen en conserveren van de staalconstructie en stralen van het beton
Afhankelijk van de geëiste (rest)levensduur, zal de stalen constructie in veel gevallen geconserveerd moeten worden. Het stalen ‘binnenframe’ wordt binnen een afscherming gestraald tot een reinheid van ongeveer SA2,5 is behaald, en zal daarna voorzien worden van een zinkrijke primer. Omdat de weerscondities en de veiligheid van omstanders van groot belang zijn, zal het stralen en conserveren veelal in een doorwerkvoorziening plaatsvinden.
Het beoordelen van het beton en de constructie
Bestaande constructies (soms wel 30 of 40 jaar oud) hebben uiteraard ook herstelwerkzaamheden t.a.v. het beton nodig. Door het afkloppen van de ondergrond kan de bestaande staat worden beoordeeld. Waar nodig, zullen slechte plekken worden gemerkt en hersteld. Bij het uithakken van aanwezig beton is het belangrijk om geen schade toe te brengen aan de staalconstructie. In de richting van de dilatatie kan het staal soms vervormen.
Het inbouwen van stalen klauwprofielen
In het bestaande stalen ‘binnenframe’ worden nieuwe klauwprofielen aangebracht die gaan voorzien in de waterdichting van de constructie. Deze klauwprofielen worden als losse profielen aangebracht in tegenstelling tot compleet voorgefabriceerde constructies. Omdat losse profielen staal (zeker gewalste klauwprofielen) bij nieuwe warmte-inbreng krom zullen trekken, dient de werkmethode hierin een oplossing te bieden.
Een lastig onderdeel van een reconstructie, betreft de afdichting van naden en spleten binnenin de constructie. Deze behoren afgedicht te worden om spleetcorrosie te voorkomen. Wanneer de afdichting niet door een las wordt gerealiseerd, zijn alternatieve afdichtingen noodzakelijk. Daarbij is het van belang dat het materiaal niet verbrandt als gevolg van de warmte-inbreng bij het lassen.
Het herstellen van de conservering
Door alle laswerkzaamheden brandt een deel van de conservering weg. Aan het eind van alle werkzaamheden zal de conservering lokaal worden hersteld. Dit kan bijvoorbeeld door middel van slijpen en het aanbrengen van een zinkrijke verf.
Het aanbrengen van een naadloos rubberprofiel
In de klauwprofielen wordt een naadloos rubberprofiel gemonteerd. De leverancier heeft hiervoor speciaal vervaardigde hulpmiddelen beschikbaar waarmee het rubberprofiel ingebracht.
Het aanbrengen van een slijtlaag op de bovenzijde
Om bestaande constructies weer voldoende stroefheid te geven en de staalconstructie aan de bovenzijde optimale bescherming te bieden, kan een kunsthars slijtlaag worden toegepast. Indien het beton voldoende stroef is en het staal correct wordt geconserveerd, is deze slijtlaag niet noodzakelijk (en geen vereiste). In dat geval dient men zeker te stellen dat aan de eisen m.b.t. de stroefheid en conservering wordt voldaan.