7.4.3.3 Brugdekopening

Brugdekopeningen bieden hoofddraagconstructies bewegingsruimte. Beperking van deze openingen door obstakels kunnen leiden tot opgedrongen vervormingen met kans op gevolgschaden. Structurele beperking in de vorm van verloren bekisting kan bovendien het functioneren van voegovergangen beperken. Zo is het niet onwaarschijnlijk dat de bewegingscapaciteit van voegovergangen en de mechanische weerstand tegen belastingen uit constructies niet kunnen worden aangesproken.
Plaatselijk vervuiling door bijvoorbeeld sloopresten van eerdere werkzaamheden zal mogelijk plaatselijk tot schade leiden, maar structurele beperking van de openingen door bijvoorbeeld verloren bekisting kan leiden tot breuk van frontwanden of het verplaatsen van hoofddraagconstructies in één richting terwijl het oplegsysteem daar niet op berekend is. Analyse van alle inspectiegegevens en objectgegevens is in die gevallen op zijn plaats voor het bepalen van vervolgstappen.
Het is sowieso te adviseren obstakels te verwijderen. Als de obstakels het gevolg zijn van het falen van de voegafdichting, dan de voegafdichting herstellen na het verwijderen van de obstakels.

Het Interventieniveau is dus de aanwezigheid van obstakels. Het interventiemoment is te bepalen op basis van een gegevensanalyse. Is er geen sprake van opgedrongen vervormingen bij de maximale verplaatsing van constructies, dan is interventie niet noodzakelijk.

 

Tabel 7.4.3.3 a      Analyse en advies brugdekopening

Aspect Toelichting
Onderdeel Brugdekopening
Schadebeeld Obstakels onder voegovergang in ruimte tussen landhoofd en hoofddraagconstructies of tussen hoofddraagconstructies
Functie beïnvloeding voegovergangen Onvoldoende ruimte in brugdekopening voor het opnemen van dilataties. Bewegingscapaciteit en mechanische weerstand tegen belasting uit constructie van voegovergang worden niet meer aangesproken.
Mogelijke oorzaken Vervuiling door falen voegafdichting.
Verloren bekisting.
Niet verwijderde restanten van sloopwerk voor het vervangen van voegovergangen.
Zetting landhoofden of pijlers met vaste oplegging.
Mogelijke gevolgen Bij verplaatsing van de landhoofden of de hoofddraagconstructie gevolgschade aan landhoofden (kans op breuk frontwanden), hoofddraagconstructie en opleggingen als gevolg van opgedrongen vervormingen. Bij verplaatsing als gevolg van zetting van de landhoofden en/of pijlers ook ook schade aan de voegovergang zelf.
Interventieniveau en moment Interventiemoment vaststellen op basis van de op te nemen horizontale beweging van de hoofddraagconstructie, de periode van blootstelling aan opgedrongen vervormingen door obstakels en zichtbare gevolgschade.

Bj vervuiling is er meestal sprake van een zeker evenwicht met geringe kans op breuk van delen van de frontwand van landhoofden. Door de band genomen kan volstaan worden met verwijderen van de obstakels bij een volgende onderhoudsbeurt. Ligt onderhoud nog ver in de toekomst, dan deze schade als aandachtspunt noteren voor een volgende inspectie.

In het geval de brugdekopening beperkt is als gevolg van zetting in landhoofden of pijlers of falende opleggingen, dan moet een grondige analyse van beschikbare gegevens plaatsvinden en is mogelijk nader onderzoek gewenst.

Maatregelen

(Op voorontwerpniveau)

Vervuiling van de brugdekopening:

  • Verwijderen obstakels. Als de obstakels het gevolg zijn van het falen van de voegafdichting, dan de voegafdichting herstellen na het verwijderen van de obstakels.

Zetting landhoofden, pijlers of falende opleggingen:

  • Maatregelen vaststellen op basis van een grondige gegevensanalyse en mogelijk nader onderzoek.