‘Oude’ generatie Nosing Joints concepten 1.1 en 1.5
Deze oude generatie voegovergangen kan zowel in originele als in gemodificeerde staat nog steeds aangetroffen worden. Het Handboek Inspectie Voegovergangen conform CROW CUR-Aanbeveling 117 voorziet in hoofdstuk 5 onder andere in informatie met schetsen voor de identificatie van deze voegovergangen.
In dit hoofdstuk zal de aandacht naast informatie over de nieuwe generatie volgens concept 1.2 vooral uitgaan naar het onderhoud van deze oude generatie Nosing Joints.
Concept overstijgende informatie
Betonreparaties
Gezien het grote belang van de kwaliteit verdient het in alle gevallen aanbeveling om de reparaties uit te laten voeren door betonreparatiebedrijven in het bezit van het KOMO-procescertificaat voor ‘Het technisch repareren en beschermen van beton” (BRL 3201:2017, deel 1) en voor ‘Het constructief repareren en versterken van beton’ (BRL 3201:2017, deel 2).
Slijtlagen
Vanwege vaak hoge verkeersintensiteit en belasting van slijtlagen op voegovergangen is het van belang dat deze aangebracht worden volgens RTD 1015 Eisen voor kunststof slijtlagen versie 1.1 2014.
Conservering
Het conserveringssysteem kan bij onderhoud bestaan uit een één-component isocyanaat (polyurethan) aangebracht in drie lagen (totale laagdikte tussen 120-150 μm). Het staaloppervlak moet hierbij Sa21⁄2 gestraald worden (volgens NEN-EN-ISO 8501-1:2001 + A1:2001). De relatieve vochtigheid mag in die gevallen niet hoger zijn dan 70%. Een voordeel van isocyanaatsystemen (of polyurethaan) is dat deze appliceerbaar zijn op epoxylagen.
De bovenzijde van stalen onderdelen in de rijbaan hoeft met uitzondering van de niet bereden delen van de voegovergangen niet geconserveerd te worden. Het passerende verkeer houdt daar stalen onderdelen vrij van corrosie.
Voegafdichtingsprofielen
Het vervangen van rubber voegprofielen lijkt in principe gelijk voor veel producten. In veel gevallen gaat het om klauwprofielen met een daarbij ontwikkelde rubber afdichting. Deze afdichting kan bijvoorbeeld uit de bestaande klauwprofielen getrokken worden met een mobiele kraan waaraan een strop gemonteerd is. Bij verouderde rubber voegprofielen breekt het rubber soms (meerdere keren), of blijft een stuk rubber achter in de klauwprofielen. Het is belangrijk dat alle restanten verwijderd zijn alvorens een nieuw, identiek rubberprofiel te monteren.
Fig 7.5.3.2 a verwijderen voegprofiel met mobiele kraan.
Voorbeeld activiteiten voor het herstel van conceptnummers 1 (zonder sinusplaten)
- Losse delen van het beton in de roostervakken verwijderen.
- Voegafdichtingsprofiel verwijderen.
- Ontstane hechtvlakken schoonmaken en opruwen door middel van gritstralen.
- Herstellen van de conservering.
- Aanbrengen van nieuw voegafdichtingsprofiel.
- Herstellen van het beton in de roostervakken.
- Aanbrengen van een slijtlaag.
Concept 1.1a Enkele Kleine Voeg
De EKV is ontworpen als duurzame waterdichte voegovergang voor voegbewegingen tot 15 mm. De rijroosters hebben vaak een levensduur van meer dan 50 jaar.
Het betreft een toepassing van RWS in de periode van circa 1960-1980. Het voegafdichtingsprofiel is gelijmd en ingeklemd tussen speciaal gewalste Montanprofielen. De afdichtingsprofielen zijn niet meer leverbaar.
Enkele kleine voegen zijn in principe waterdicht, ware het niet dat door kruip, krimp en veroudering de afdichtingsprofielen in de loop der tijd wegzakten. Bovendien werden de voegafdichtingsprofielen met op den duur lekkende stuiknaden aangebracht.
Eind vorige en begin deze eeuw zijn deze types veelal gemodificeerd of vervangen. Het is niet onmogelijk dat zij in secondaire wegen nog aangetroffen worden. De voegprofielen zouden in opdracht nog gefabriceerd kunnen worden, maar de kosten wegen niet op tegen de modificatiemogelijkheden. Bovendien is het niet aan te bevelen de voegprofielen, die op compressie gelijmd gefixeerd worden, te vervangen vanwege de kans op uitzakken als gevolg van vervuiling in combinatie met relaxatie. Dit ontwerp voorziet immers niet in ondersteuning van de voegafdichtingsprofielen.
Resumé concept 1.1a EKV:
- Concept wordt niet meer geleverd.
- Rijroosters zijn robuust en hebben lange levensduur.
- Modificatie is vaak mogelijk in situaties met geringe verkeersintensiteit en belasting zoals in secondaire wegen.
- Originele afdichtingsprofielen zijn niet meer leverbaar.
Toelichting maatregelen herstel, modificatie en vervangen concept 1.1a Enkele Kleine Voeg
Herstel
Naast de genoemde eisen te stellen aan betonreparaties, slijtlagen en conservering is het van belang voordat tot herstel overgegaan wordt de (vulling van de) rijroosters goed af te kloppen en alle losse onderdelen te verwijderen. In geval van lekkage moet de oorzaak van lekkage onder de rijroosters door uitgesloten worden.
De originele voegafdichtingsprofielen zijn veelal door middel van modificaties tussentijds vervangen door andersoortige profielen zoals ACME-voegprofielen.
Modificatie
Of modificatie mogelijk is of vervanging noodzakelijk hangt naast de ernst en omvang van schades af van de vereiste verplaatsingscapaciteit. In het Handboek Inspectie Voegovergangen is in bijlage 2.3.2 par. 4.2 pagina 11 van 20 een voorbeeld opgenomen voor een eenvoudige berekening van de optredende thermische verplaatsing in een objectspecifieke situatie. Om de beschikbare capaciteit vast te stellen is het noodzakelijk naast de op minimaal drie plaatsen te meten voegwijdte de temperatuur tijdens de meting vast te leggen in verband met de berekening van verplaatsingsmogelijkheid binnen het genormeerde temperatuurtraject voor beton van -20 tot + 35.
Bij twijfels over het resultaat van een eenvoudige berekening, bijvoorbeeld door gebrek aan overcapaciteit, kan gebruikgemaakt worden van de ‘Rekentool verplaatsingen’ op de website van het PVO.
Voorbeelden van het vervangen van originele voegprofielen door ACME-profielen
Deze modificatie heeft minimaal een dilatatiecapaciteit gelijk aan de capaciteit van het origineel ontwerp van 15 mm.
Deze modificatie is ongeschikt voor toepassing in auto(snel)wegen. In dit voorbeeld wordt de dilatatiecapaciteit bepaald door de wijdte van de brugdekopening en het toegepaste type ACME-profiel.
Vervangen
Aandachtspunt bij het vervangen is het sloopwerk. Om gevolgschade te voorkomen is het van belang te weten hoe de constructie van het brugdek onder het rijrooster is samengesteld. Zo komt het voor dat bij voorgespannen bruggen spankoppen direct onder het rijrooster gesitueerd zijn. Te allen tijde zal het sloopwerk beheerst moeten plaatsvinden. Ter voorkoming van onnodige gevolgschade is het aan te bevelen niet te zwaar sloopmaterieel te gebruiken.
De toepassing van een nieuwe voegovergang is vast te stellen op basis van de ‘Rekentool verplaatsingen’ en de ‘Meerkeuzematrix voegovergangen’ zoals beschikbaar op de website van het PVO. www.pveno.nl.
Concept 1.1a Enkel Grote Voeg (EGV)
De EGV is ontworpen als duurzame waterdichte voegovergang voor voegbewegingen tot 25 mm. De rijroosters hebben vaak een levensduur van meer dan 50 jaar. De voegpakketten zijn met een levensduur van de rijroosters > 45 jaar.
Het betreft een toepassing van RWS in de periode van circa 1960-1980. Het voegpakket bestaat uit stalen klemstrippen met een gelijmd ingeklemd (compressie) rubber afdichtingsprofiel (druppelprofiel). Deze afdichtingsprofielen zijn niet meer leverbaar, tenzij in opdracht opnieuw gefabriceerd.
Enkele grote voegen zijn in principe waterdicht, ware het niet dat door kruip, krimp en veroudering de afdichtingsprofielen in de loop der tijd wegzakten. Bovendien werden de voegafdichtingsprofielen met vaak lekkende stuiknaden aangebracht.
Na montage van het voegpakket werden er afdichtingslassen toegepast tussen het hoekprofiel en de klemstrippen, meestal onderbroken. Deze lassen scheuren regelmatig.
Eind vorige en begin deze eeuw zijn deze types veelal gemodificeerd of vervangen. Het is niet onmogelijk dat zij nog aangetroffen worden. De voegprofielen zouden in opdracht nog gefabriceerd kunnen worden, maar de kosten wegen niet op tegen de modificatiemogelijkheden. Bovendien is het niet aan te bevelen de voegprofielen, die op compressie gelijmd gefixeerd worden, te vervangen vanwege de kans op uitzakken als gevolg van vervuiling in combinatie met relaxatie. Dit ontwerp voorziet immers niet in ondersteuning van de voegafdichtingsprofielen.
Resumé concept 1.1a EGV:
- Concept wordt niet meer geleverd.
- Rijroosters zijn robuust en hebben lange levensduur.
- Modificatie is mogelijk.
- Originele afdichtingsprofielen zijn niet meer leverbaar.
- Voegafdichtingsprofielen zijn veelal tussentijds vervangen door middel van modificaties.
Toelichting maatregelen herstel, modificatie en vervangen concept 1.1a EGV
Herstel
Naast de genoemde eisen te stellen aan betonreparaties, slijtlagen en conservering is het van belang voordat tot herstel overgegaan wordt de (vulling van de) rijroosters goed af te kloppen en alle losse onderdelen te verwijderen. In geval van lekkage moet de oorzaak van lekkage onder de rijroosters door uitgesloten worden.
De originele voegafdichtingspakketten zijn niet meer leverbaar en veelal door middel van modificaties tussentijds vervangen door ACME-voegprofielen, ACME-profielen tussen stalen strippen of klauwprofielen met vlinder afdichtingsprofielen. Nog aanwezige pakketten zijn modificeerbaar.
Modificatie
Afhankelijk van de beschikbare voegwijdte na verwijdering van verwijderbare onderdelen en de vereiste verplaatsingscapaciteit (par. 8.1.2) zijn diverse oplossingen mogelijk.
Voorbeelden van het vervangen van originele voegpakketten.
De breedte van de meeste klauwprofielen is 35 tot 40 mm. Maurer beschikt over het C-profiel met een breedte per profiel van 22 mm. Voor het inlepelen van een afdichtingsprofiel is minimaal 35 mm ruimte vereist. Modificatie met dit profiel is mogelijk bij een voegwijdte (sponningbreedte) na verwijdering van het voegpakket van 35 + 44= 79 mm. Ook bij deze oplossing zijn steunstrippen noodzakelijk. Lassen worden over de volle lengte intermitterend aangebracht.
Naast het C-profiel van Maurer kan Mageba klauwprofielen leveren met een breedte van 25 mm.
Welke type ACME-profiel in combinatie met uitvulstrippen toegepast kan worden, is ook afhankelijk van de beschikbare voegopening. Zie voor mogelijkheden bij vereiste dilatatiecapaciteit de documentatie van ACME.
Bepalend voor de ontwerpkeuze is het voldoen aan de vereiste verplaatsingscapaciteit.
Vervangen
Aandachtspunt bij het vervangen is het sloopwerk. Om gevolgschade te voorkomen is het van belang te weten hoe de constructie van het brugdek onder het rijrooster is samengesteld. Zo komt het voor dat bij voorgespannen bruggen spankoppen direct onder het rijrooster gesitueerd zijn. Te allen tijde zal het sloopwerk beheerst moeten plaatsvinden. Ter voorkoming van onnodige gevolgschade is het aan te bevelen niet te zwaar sloopmaterieel te gebruiken en de rijroosters vooraf in mootjes te zagen.
De toepassing van een nieuwe voegovergang is vast te stellen op basis van de ‘Rekentool verplaatsingen’ en de ‘Meerkeuzematrix voegovergangen’ zoals beschikbaar op de website van het PVO. www.pveno.nl
Concept 1.1b Rijroosters met kokerprofiel Maurer (Kastenprofiel) ingeklemd in dubbele klauwen (boven en onder)
Maurer D60 met rijroosters en kokerprofiel is ontworpen als duurzame voegovergang voor voegbewegingen tot 60 mm met een levensduur van de rijroosters > 50 jaar.
Het rubber afdichtingsprofiel in de vorm van een koker (ook wel doosprofiel genoemd of de Duitse benaming ‘Kastenprofil’) wordt zowel in de bovenzijde als de onderzijde ingeklemd in klauwen in de veronderstelling van een dubbele waterkering.
Modificatie van deze voegovergangen is vaak goed mogelijk. Dit type voegovergang wordt niet meer geleverd met kokerprofiel, maar met een bandprofiel, ook wel vlinderprofiel genoemd.
Resumé concept 1.1b Maurer D60:
- Concept met kokerprofiel wordt niet meer geleverd.
- Rijroosters zijn robuust en hebben lange levensduur.
- Modificatie is mogelijk.
- Originele afdichtingsprofielen zijn in principe niet meer leverbaar.
- Voegafdichtingsprofielen zijn veelal tussentijds vervangen door middel van modificaties.
Toelichting maatregelen herstel, modificatie, vervangen concept 1.1b
Herstel
Kenmerkend schadebeeld is de aantasting van de stalen klauwen door gebrekkig onderhoud. Het kokerprofiel wordt dan niet meer ingeklemd. Herstel van de klauwen, het inklemmend vermogen, is nauwelijks mogelijk. Bij in goede staat verkerende rijroosters is modificatie mogelijk.
Modificatie
Net als bij concept 1.1a moet te allen tijde gecontroleerd worden of een modificatie voorziet in de vereiste verplaatsingscapaciteit. Ook dit concept is in het verleden regelmatig gemodificeerd.
Modificaties zijn mogelijk in diverse vormen.
Vervangen
Aandachtspunt bij het vervangen is het sloopwerk. Om gevolgschade te voorkomen is het van belang te weten hoe de constructie van het brugdek onder het rijrooster is samengesteld. Zo komt het voor dat bij voorgespannen bruggen spankoppen direct onder het rijrooster gesitueerd zijn. Te allen tijde zal het sloopwerk beheerst moeten plaatsvinden. Ter voorkoming van onnodige gevolgschade is het aan te bevelen niet te zwaar sloopmaterieel te gebruiken en de rijroosters vooraf in mootjes te zagen.
De toepassing van een nieuwe voegovergang is vast te stellen op basis van de ‘Rekentool verplaatsingen’ en de ‘Meerkeuzematrix voegovergangen’ zoals beschikbaar op de website van het PVO. www.pveno.nl.
Concept 1.1c Rijroosters met ACME zonder en met voegpakket
Spanstaal, tegenwoordig onderdeel van Ballast Nedam, ontwikkelde het rijrooster met ACME-profiel onder de naam “AW” in de jaren ’60 en ’70 als alternatief voor EGV’s met grotere dilatatiecapaciteiten tot 60 mm. Dit concept met ACME-profielen en ACME-voegpakketten wordt niet meer gefabriceerd. ACME-profielen zijn nog steeds beschikbaar.
Concept 1.1c Rijroosters met ACME 45 AW met ‘bovenpet’
ACME 45 AW (geen pakket) met bovenpet aan het verticaal hoekprofiel van het rijrooster is een duurzame waterdichte voegovergang met een levensduur van de rijroosters van soms meer dan 50 jaar. De voegafdichting functioneert langer dan de overige concepten 1.1.
Dit concept met ACME 45 voegprofiel is ontworpen voor verplaatsingen tot 45 mm. Modificatie is mogelijk, maar ook kan volstaan worden met vervanging van het voegprofiel.
Concept 1.1c Rijroosters met ACME 45 AW en pakket met ‘bovenpet’
ACME 45 voegpakket met bovenpet is vergelijkbaar met ACME zonder voegpakket, waterdicht en met eenzelfde levensduur van het rijrooster. Het werd toegepast voor het opnemen van dezelfde verplaatsingen bij grotere brugdekopeningen. De bovenpet is onderdeel van de stalen strips vergelijkbaar met een omgekeerd hoekprofiel. De strips zijn ondersteund en aan de bovenzijde over de volle lengte gelast aan de het rijrooster. Het ACME-profiel is verlijmd. Het concept met ACME 45 voegpakket is eveneens ontworpen voor verplaatsingen tot 45 mm. Modificatie is mogelijk.
Resumé concept 1.1c ACME AW:
- Concept wordt niet meer geleverd.
- Rijroosters zijn robuust en hebben lange levensduur.
- Modificatie is mogelijk.
- Originele afdichtingsprofielen zijn nog leverbaar.
- Voegafdichtingsprofielen kunnen tussentijds vervangen zijn.
Toelichting maatregelen herstel, modificatie, vervangen concept 1.1c ACME AW
Herstel
Het betreft een duurzame voegovergang. Dat geldt ook voor het voegprofiel en het voegpakket. In de regel zal volstaan kunnen worden met herstel van de conditie en het vervangen van het voegprofiel. Bij aanwezigheid van een voegpakket met falende voegafdichting zal het volledige voegpakket vervangen worden door een vergelijkbaar pakket.
Modificatie
Bij behoud van de rijroosters kan het voegpakket vervangen worden. In navolgend voorbeeld is gekozen voor vervanging van het ACME-pakket door een pakket bestaande uit ondersteunde klauwprofielen van Mageba met een breedte per klauw van 25 mm. Het voegprofiel is vervangen door een vlinderprofiel.
Werkzaamheden bestaan globaal uit de volgende handelingen:
- Voegafdichting verwijderen.
- Losse delen in roostervakken verwijderen.
- Hechtvlakken reinigen en opruwen door middel van gritstralen.
- Herstel van beton in roostervakken.
- Stalen onderdelen waaronder voegsponning reinigen door middel van gritstralen en conserveren.
- Verbinden klauwprofielen met steunstrip aan rijrooster door middel van intermitterend lassen.
- Naden afdichten met elastische kit ter voorkoming van spleetcorrosie.
- Conserveren alle stalen onderdelen.
- Inlepelen nieuw voegafdichtingsprofiel.
- Aanbrengen egaliserende, beschermende en stroefheid bevorderende slijtlaag.
Vervangen
Aandachtspunt bij het vervangen is het sloopwerk. Om gevolgschade te voorkomen is het van belang te weten hoe de constructie van het brugdek onder het rijrooster is samengesteld. Zo komt het voor dat bij voorgespannen bruggen spankoppen direct onder het rijrooster gesitueerd zijn. Te allen tijde zal het sloopwerk beheerst moeten plaatsvinden. Ter voorkoming van onnodige gevolgschade is het aan te bevelen niet te zwaar sloopmaterieel te gebruiken.
De toepassing van een nieuwe voegovergang is vast te stellen op basis van de ‘Rekentool verplaatsingen’ en de ‘Meerkeuzematrix voegovergangen’ zoals beschikbaar op de website van het PVO. www.pveno.nl.
Concept 1.5a en 1.5b Gelijmde voegprofielen in verankerde voegovergangbalken van resp. staalvezelbeton en kunsthars
Concept 1.5a staalvezelbeton met VA-profiel
Concept 1.5a Staalvezelbeton met ACME-profiel
Staalvezelbetonbalken met VA-profiel en ACME-profiel zijn in principe waterdicht, niet duurzaam en hebben een levensduur van minder dan 25 jaar. De voegprofielen zijn ontworpen voor voegbewegingen tot 60 mm en op compressie en gelijmd aangebracht. De waterdichtheid is zonder regelmatig klein onderhoud niet duurzaam te realiseren. Staalvezelbetonbalken presteren beduidend beter dan kunstharsbalken. Net als kunstharsbalken presteert ook dit concept het slechtst in auto(snel)wegen.
1.5b Concept Kunstharsbalken met VA-profiel
Concept 1.5b Kunstharsbalk met ACME-profiel
Concept 1.5b Kunstharsvoegovergangen met VA-profiel en ACME-profiel zijn in principe waterdicht, niet duurzaam en hebben een levensduur van minder dan 20 jaar. De voegprofielen zijn ontworpen voor voegbewegingen tot 60 mm en op compressie en gelijmd aangebracht. Kunstharsbalken zijn gevoelig voor krimp. In de tijd neemt ook de massa in volume af waardoor rond de wapening scheuren ontstaan en wapening corrodeert. Door verkeersbelasting, vaak in de rechterrijstrook, onthechten kunstharsbalken van de ondergrond en gaan klapperen waardoor zowel de kunstharsbalken als de betonnen ondergrond breekt. Onthechting en breuk kan ook het gevolg zijn van opspankrachten.
Op de naden tussen asfaltbeton en balken en voegprofiel en balken brokkelen de balken af bij intensief gebruik. Door afname van volume van de balken in de tijd gaan stortnaden openstaan. De waterdichtheid is zonder regelmatig klein onderhoud niet duurzaam te realiseren. Ook dit concept presteert het slecht in auto(snel)wegen.
Resumé concept 1.5a en 1.5b:
- Concepten kunnen nog geleverd worden.
- Voegovergangsbalken zijn niet duurzaam.
- Concept is ongeschikt voor situaties met hoge verkeersintensiteit en verkeersbelasting.
- Modificatie is geen optie.
- Originele afdichtingsprofielen zijn nog leverbaar.
Toelichting maatregelen herstel, modificatie, vervangen concept 1.5a en 1.5b
Herstel
Concepten 1.5a en 1.5b komen met aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid alleen nog voor in secondaire wegen waar ze goed zouden moeten kunnen presteren onder omstandigheden met geringe verkeersintensiteit en verkeersbelasting.
Vooruitlopend op de uitvoering van onderhoud moet zekerheid verkregen worden over de aanhechting van de voegovergangbalken aan de ondergrond door middel van afkloppen van de balken. Herstel is mogelijk en verantwoord bij een hoog percentage goed hechtende balken met geringe schade.
Werkzaamheden bestaan globaal uit de volgende handelingen:
- Afkloppen balken.
- Verwijderen voegafdichting.
- Verwijderen loszittende delen.
- Reinigen en opruwen hechtvlakken door middel van gritstralen hechtvlakken.
- Herstellen van het beton (kunsthars/staalvezel).
- Met pasteuze lijm ononderbroken aanbrengen nieuwe voegprofielen.
- Injecteren scheuren.
- Aanbrengen egaliserende, beschermende en stroefheid bevorderende slijtlaag.
Modificatie
Modificatie van concept 1.5a en b is geen reële optie.
Vervangen
Aandachtspunt bij het vervangen is het verwijderen van de bestaande voegovergangbalken. Ervaring leert dat het voorafgaand aan het slopen in mootjes zagen van de balken het risico van schade aan de onderliggende constructie minimaliseert.
De toepassing van een nieuwe voegovergang is vast te stellen op basis van de ‘Rekentool verplaatsingen’ en de ‘Meerkeuzematrix voegovergangen’ zoals beschikbaar op de website van het PVO. www.pveno.nl.
‘Nieuwe’ generatie voegovergangen concept 1.2
In constructie opgenomen stalen randprofielen met ingeklemde voegprofielen
Kenmerken concepten 1.2 Nieuwe generatie Nosing Joints
De nieuwe generatie Nosing Joints is verankerd in onderliggende betonconstructies en bestaat uit vier concepten:
- 1.2a1 Nieuwbouwmodel zonder geluidbeperkende voorziening en 1.2a2 met geluidbeperkende voorziening
- 1.2b1 Renovatiemodel zonder geluidbeperkende voorziening en 1.2b2 met geluidbeperkende voorziening
Nieuwbouwmodellen worden in principe ingebouwd voor het asfalteren en meestal tijdens de bouw van nieuwe kunstwerken. Renovatiemodellen worden ingebouwd na het asfalteren ter vervanging van bestaande voegovergangen. Nieuwbouwmodellen worden zowel met als zonder voegovergangbalken aangebracht, renovatiemodellen worden altijd met voegovergangbalken aangebracht.
Alle types zijn voorzien van rubber voegprofielen. Geluidbeperkende voorzieningen bestaan uit op randprofielen gemonteerde sinusvormige stalen delen of op de voegovergangbalken gemonteerde stalen platen met een sinusvormige karteling boven de voegafdichting.
Vervangbare onderdelen zijn leverbaar. Belangrijk is dat de leverancier bekend is zodat de juiste onderdelen gebruikt kunnen worden. Nog beter is de leverancier het onderhoud uit te laten voeren of minimaal te betrekken bij de uitvoering.
Identificatie types 1.2
Voor identificatie nieuwbouw- en renovatiemodellen zie Handboek Inspectie Voegovergangen hoofdstuk 5.
Toelichting maatregelen herstel, modificatie, vervangen concept 1.2
Herstel
Met uitzondering van de concepten met sinusplaten zijn herstelmogelijkheden vergelijkbaar met de voorbeelden van oude generatie voegovergangen zoals hiervoor geschetst. Herstel van sinusplaten en boutverbindingen ligt gecompliceerder. Sinusplaten kunnen vervormd zijn en schroefdraad beschadigd. Op basis van deskundig onderzoek moet vastgesteld worden of sinusplaten en getapte gaten hergebruikt kunnen worden. Eenmaal ontspannen bouten mogen niet meer hergebruikt worden. Om voortijdig falen van nieuwe boutverbindingen te voorkomen moeten bouten volgens een vooraf gekwalificeerde aandraaimethode aangebracht worden. Daarnaast zijn er diverse punten waar aandacht aan besteed moet worden voor het beperken van de risico’s van voortijdig falen.
De kwaliteit van de uitvoering is dermate bepalend voor het functioneren dat geadviseerd wordt om minimaal de leverancier van betreffende voegovergangen bij het herstel van schade te betrekken.
Modificatie
Concepten 1.2 zijn op onderdelen min of meer vergelijkbaar met concepten 1.1 van de oude generatie. Vergelijkbare modificaties zijn mogelijkheden, ook al is het onder normale omstandigheden gezien de hoge eisen die gesteld worden aan de nieuwe generatie niet de verwachting dat modificatie binnen de veronderstelde levensduur nodig zal zijn.
In principe moet volstaan kunnen worden met onderhoud dat gericht is op conditiebehoud. Het einde van de levensduur betreft vooral bij het gedeelte dat aan het verkeer en de elementen bloot staat: de voeg- en randprofielen. Het in de onderliggende constructie opgenomen deel van voor het asfalteren aangebrachte voegovergangen (concept 1.2a1 en 1.2a2) kan hergebruikt worden, mits de stalen fundatieplaat onder de randprofielen niet door corrosie in dikte is afgenomen. Zie ook H 6.7.14.3 Voegconcept met lusankers modificeren.
In dit ontwerp worden alle dynamisch belaste delen (Rand/klauwprofiel) en alle slijtageonderdelen ( voegprofiel) vervangen.
Vervangen
Als vervanging noodzakelijk is, dan zal dat veelal de renovatiemodellen 1.2b1 zonder en 1.2b2 met sinusplaten betreffen.
Aandachtspunt bij het vervangen is het verwijderen van de bestaande voegovergangbalken. Ervaring leert dat het voorafgaand aan het slopen in mootjes zagen van de balken het risico van sloopschade aan de onderliggende constructie minimaliseert.
De toepassing van een nieuwe voegovergang is vast te stellen op basis van de ‘Rekentool verplaatsingen’ en de ‘Meerkeuzematrix voegovergangen’ zoals beschikbaar op de website van het PVO. www.pveno.nl.
Concept 1.4
Stalen randprofielen met ingeklemde voegprofielen in onveranderde randbalken van polymeerbeton.
Gebrek aan voldoende ervaringsgegevens maakt het verstrekken van informatie voor het onderhoud van dit concept op dit moment niet mogelijk.