Product factsheet

Productnaam
Maurer XC1-B Betoflex
Leverancier
Maurer
Website leverancier
www.maurer.nl
Typenummer
1.0
Jaartal van invoering
2021
Beoordelingsstatus
0
MKM Productconcept
1.4a2 - Stalen randprofielen met ingeklemde voegprofielen in onverankerde randbalken van polymeerbeton, met geluidsreducerende maatregelen

Illustraties

Algemeen

Beoordelingsstatus
0 Eigen verklaring door leverancier op basis van interne verificatie (Declaration of Performance)
Normen algemeen
ETAG032 European Technical Approval Guideline for Expansion Joints
Normen geluid
RTD1007-3 v1 Geluidseisen voegovergangen (versie 1.0)
Geschiktheid voor RTD1001/ROK 1.3 (of nieuwer) Niet geschikt

Criteria

ObjecttypeGeschikt voor:Verkeersbrug
Verkeerscategoriein NobsCat. 2 (500.000 Nobs)
WegdektypeGeschikt voor:DAB
ZOAB
2-laags ZOAB
Fijn 2-laags ZOAB
Dunne deklaag B
Ander wegdektype
IntegraalbouwGeschikt voor:Niet integraal kunstwerk
VerkeerslichtenGeschikt bij:Verwacht stilstaand, optrekkend en remmend verkeer als gevolg van verkeerslichten
Geen verwacht stilstaand, optrekkend en remmend verkeer als gevolg van verkeerslichten
BochtenGeschikt bij:Schrankend (vracht)verkeer als gevolg van (krappe) bochten
Geen schrankend (vracht)verkeer als gevolg van (krappe) bochten
Minimale horizontale boogstraalGeschikt bij:Boogstraal > 350m
Boogstraal ≤ 350m
Maximale langshellingin %4
Mechanische verankeringja
Minimaal benodigde inbouwhoogtein mm87
Breedte frontwandBenodigde breedte als verhouding tov. inbouwhoogte (N x inbouwhoogte = minimaal benodigde breedte in mm.)
verhouding tov. inbouwhoogte2.1
Maximale voegspleet in neutrale stand brugdekin mm100
Ontwerplevensduur bovenbouwin jaren30
Ontwerplevensduur onderbouwin jaren30
Ontwerplevensduur afdichtingsprofielin jaren15
Ontwerplevensduur overige onderdelenin jaren-

Geluidslabelwaarde

Geluidslabelwaarde (GLW)

50 km/u60 km/u70 km/u80 km/u90 km/u100 km/u110 km/u120 km/u130 km/u
72,674,576,177,578,779,880,881,782,6

Bij een kruisingshoek van 90° in dB(A)

Geluidslabelwaarde op basis van generieke waarden Meerkeuzematrix (voegconcept)

Kruisingshoek verrekenen in geluidsprestatie wel / niet toegestaan.

Dilatatiecapaciteit

Minimale kruisingshoekin graden, oa. voor geluidlabelwaarde- en dilatatietabel 60

Dilatatiecapaciteit

Kruisingshoek in graden20
160
25
155
30
150
35
145
40
140
45
135
50
130
55
125
60
120
65
115
70
110
75
105
80
100
85
95
90
Langsrichting Δx (totaal)--------115110106103101100100
Loodrecht op voeg Δxv (totaal)--------100100100100100100100
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 0mm
--------00000010
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 10mm
--------678881012
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 20mm
--------6810981113
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 30mm
--------68111081215
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 40mm
--------69131191317
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 50mm
--------510141291419
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 60mm
--------5111613101521
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 70mm
--------5111714101623
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 80mm
--------5121915101725
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 90mm
--------5122015101826
Dwarsrichting Δy (eenzijdig)
voegopening = 100mm
--------4132216101928
Minimale voegopening in rijrichting
montage afdichtingsprofiel
(richting Δx)
--------35333231303030
Verticaal Δz (eenzijdig)10 

in mm

Eigenschappen

Mechanische eigenschappen

Weerstand tegen verkeersbelasting
- --0++ +
In principe een goede weerstand tegen intensieve verkeersbelasting. De boutverbinding van type 1.4a2 kan op termijn in de praktijk problemen geven door onvolkomenheden tijdens de productie of montage. Dit behoeft aandacht bij inspecties en onderhoud. Bij spoorvorming in het asfalt wordt de voegovergang aangereden; de sinusplaten zijn bij dit type beschermd door een achterstrip waardoor de kans op schade aan de verbinding met de sinusplaten verlaagd is.

Weerstand tegen interne krachten

Score
- --0++ +
Veerstijfheid bij minimum temperatuurkN/mm per m1 voeg -
Veerstijfheid bij maximum temperatuurkN/mm per m1 voeg -
Maximale opspankracht (trek)kN per m1 voeg 2.9
Maximale opspankracht (druk)kN per m1 voeg 10.7

Eigenschappen mbt. veiligheid in gebruik

Oneffenheid
- --0++ +
Type 1.4a2 wordt in principe na het asfalteren ingebouwd. Hierdoor kan in de praktijk de vlakheid t.o.v. het asfalt optimaal zijn.
Tolerantie inbouwvlakheid tov. verhardingnegatieve waarde in mm -3
Opdrukking voegoppervlak bij verlenging objectdeelin mm, leeg indien niet van toepassing -
Inzakking voegoppervlak bij verkorting objectdeelnegatieve waarde in mm, leeg indien niet van toepassing -
Stroefheid
- --0++ +
Contactoppervlak bestaat uit - stalen delen: kleine sinusplaten met daarin relatief grote boutgaten en licht ingefreesde profilering. - Kunststof randbalk met slijtlaag onderhevig aan slijtage

Eigenschappen mbt. waterdichtheid

Betrouwbaarheid waterdichtheid
- --0++ +
Dit wordt vooral bepaald door de uitvoeringskwaliteit ter plaatse van knikken in het randprofiel. De waardering is gebaseerd op fabrieksmatig vervaarde gootstukken.

Eigenschappen mbt. duurzaamheid

Corrosiviteitscategorie
C1C2C3C4C5nvt.
Duurzaamheidsklasse
laagmiddelhoogzeer hoognvt.
Levensduurverwachtingin jaren 25
Conserveringssysteem en norm Thermisch verzinkt volgens NEN-EN-ISO 1461 met verhoogde zinklaagdikte volgens prestatieverklaring. Gemiddelde laagdikte 140 mu, min 70 um

Eigenschappen mbt. temperatuurbereik

Geverifeerd minimaal temperatuurbereikin °C -
Geverifeerd maximaal temperatuurbereikin °C -

RAMS prestaties

Betrouwbaarheid

Uitvoeringsongevoeligheid
- --0++ +
Weergevoeligheid, reinheid ondergrond, trek/hechtsterkte ondergrond ivm noodzakelijke hechting en kwaliteit kunststofbalk Mengkwaliteit kunsstof Verwerkingssnelheid kunststof mortel, zeker bij warm weer.
Slijtvastheid
- --0++ +
Aantastingsongevoeligheid
- --0++ +
EPDM rubber is onderhevig aan veroudering en heeft niet de levensduur van de voegovergang

Beschikbaarheid

Beschikbaarheid
- --0++ +
Ten opzichte van het onderhoud aan de verharding vereist voegfamilie 1 extra vast (jaarlijks) onderhoud in de vorm van reiniging. Problemen met sinusplaten vormen verder een risico op onverwachte niet-beschikbaarheid.
Indexwaarde niet beschikbaarheid 122
Vast Onderhoud: 1 x per jaar reinigen na de winter: 1 x 100 jaar =100 Variabel onderhoud: vervangen afdichtingsprofiel iedere 15 jaar (gelijktijdig met onderhoud verharding): 1 x 4 = 4 Vervangen voegovergang iedere 30 jaar: 6 x 3 = 18

Onderhoudbaarheid

Vast onderhoud
- --0++ +
Variabel onderhoud
- --0++ +
Vervanging
- --0++ +
Vervanging betreft de hele voegovergang. I.v.m. verwerking polymeerbeton is dit arbeidsintensief en is dit niet mogelijk in de WBU.

Veiligheid

Risico op letselschade bij falen
- --0++ +
Waardering is bij concept 1.4a2 gebaseerd op risico van loskomende sinusplaten en de daardoor ontstane hoogteverschillen en uitstekende delen in het rijoppervlak die een gevaar kunnen vormen in het verkeer.

Kosten

Indexwaarde LCC (nieuwbouw) -
Indexwaarde LCC (bestaand object) -

Eisen, Risico's en Raakvlakken

Standaard eisen voor dit product
  • Bij stortnaden dient de cementhuid over het gehele contactoppervlak, met inbegrip van de betondekkingszone te worden verwijderd.
  • De afstelling van de voegovergang in relatie tot de constructietemperatuur (op het moment van inbouwen) dient te worden gespecificeerd. Afhankelijk van de uitnutting van de capaciteit van het product, dient de werkwijze hier op te worden afgestemd.
  • De conformiteit van de geleverde materialen met de materialen zoals toegepast in de typetest dient geverifieerd te worden. Fabriekskeuringen (FPC) van de geleverde batches dienen meegeleverd en geverifieerd te worden.
  • De dikte van de zinklaag van het klauwprofiel dient minimaal 80 um te zijn voor 25 jaar levensduur (NBD00400) en 140 um voor 40 jaar levensduur (RTD1007-2)
  • De hoogteligging van de voegovergang ten opzichte van de aansluitende verharding dient te liggen binnen +0/-3mm.
  • De temperatuur van de ondergrond dient minimaal 5 graden Celsius te zijn en minimaal 3 graden Celsius boven het dauwpunt.
  • De voegopening in het kunstwerk dient vrij te kunnen bewegen en mag geen restanten van bekisting of puin te bevatten.
  • De waterafvoer op het brugdek mag niet gehinderd worden door de voegovergang (RTD1007-2 hoofdstuk 5.3.5)
  • Een minimale trek- en hechtsterkte van 1,5 N/mm2 van de ondergrond is vereist. De ondergrond dient d.m.v. gritstralen te zijn opgeruwd en volledig droog en stofvrij te worden gemaakt.
  • Eventueel benodigde stuiklassen in het randprofiel dienen nooit ter plaatse van de rijsporen, maar in het midden van een rijstrook gepositioneerd te worden.
  • Het toepassen van verloren bekisting is niet toegestaan. Tijdelijke bekisting mag geen opspankrachten veroorzaken aan verhardende voegbalken.
  • Knikken ter plaatse van afwateringsgoten dienen fabrieksmatig te worden vervaardigd en voorzien te worden van hetzelfde conserveringssysteem.
  • Na het ontkisten van de voegovergangsbalken dient de aansluiting van het randprofiel op het onderliggende beton te worden geinspecteerd. Onvolkomenheden zoals spleten en onvoldoende verdichting of vulling dienen te worden hersteld. Aansluitend mogen de Voegafdichtingsprofielen pas worden aangebracht.
  • Staalconstructies als onderdeel van de voegovergang dienen te worden vervaardigd overeenkomstig NEN-EN1090-2 EXC3 (rijbaandeel) en EXC2 (schampkantdeel).
    Certificering conform EN1090-1 EXC3 resp EXC2 is vereist.
  • Voegafdichtingsprofielen dienen zonder stuiknaden te worden aangebracht.
Standaard raakvlakken voor dit product
  • De vereiste capaciteit van de voegovergang i.r.t. de minimale voegopening voor installatie van de afdichting en de eisen t.a.v. minimale en maximale voegopening dient men vooraf te toetsen (ontwerpfase).
  • Minimale en maximale constructiehoogte van de voegovergang i.r.t. de praktijksituatie. De grenswaarden van het ontwerp mag niet overschreden worden.
Standaard risico's voor dit product
  • De weersomstandigheden zijn niet geschikt voor het uitvoeren van de voegovergang;
    1) kans op schade door bevriezing;
    2) kans op schade door nadelige inwerking van vocht gevolg van regenval, dauw of uit aansluitende open deklaag.
    3) kans op schade door te snelle verharding (te korte verwerkingstijd) bij hoge temperaturen.
  • Lekkage van nieuwe voegovergangen a.g.v. 1) niet naadloos rubberprofiel 2) onjuiste montage van het afdichtingrubber 3) onvolkomenheden in een lasverbinding of 4) watervoerende scheuren.
  • Niet stofarme en droge ondergrond (inclusief asfaltflanken) c.q. onvoldoende voorbehandeling waardoor onvoldoende hechting/hechtsterkte wordt verkregen.
  • Onvolledig ondersteunde constructie a.g.v. onvolledige ondergieting van constructiedelen door 1) onjuist mengseltype 2) verdichtingsfouten of 3) weglekkende/uitzakkende beton.
  • Schade door vroegtijdige belasting door (werk)verkeer a.g.v. onvoldoende beschermingsmaatregelen in het werkvak.
  • Vervuiling van de contactvlakken tussen sinusplaat of vingerplaat en/of vervuiling van de (tap)draad in relatie tot de vereiste voorspanning in de bout.
Risico's bij vervanging nvt.