Afgelopen tijd is hard gewerkt aan een tool voor het berekenen van door voegovergangen op te nemen bewegingen van (bestaande) betonnen kunstwerken. De eerste testversie is van de tool is nu gereed. De validatie vindt komende maanden plaats binnen de projectgroep van het Platform Voegovergangen en Opleggingen (PVO) die zorgdraagt [...]
Afgelopen tijd is hard gewerkt aan een tool voor het berekenen van door voegovergangen op te nemen bewegingen van (bestaande) betonnen kunstwerken. De eerste testversie is van de tool is nu gereed. De validatie vindt komende maanden plaats binnen de projectgroep van het Platform Voegovergangen en Opleggingen (PVO) die zorgdraagt voor de ontwikkeling van de tool. De bedoeling is dat de tool eind eerste kwartaal van 2019 beschikbaar komt voor de leden.
Om voegbewegingen van kunstwerken in kaart te brengen zijn gecompliceerde berekeningen nodig. De behoefte aan nauwkeurige analyse van voegbewegingen is met name van groot belang bij toepassing van stille duurzame flexibele voegovergangen in bruggen en viaducten. Naast bepaling van de totaal benodigde dilatatiecapaciteit, bestaat in die gevallen ook behoefte aan bepaling van hoogfrequente voegbewegingen onder verkeersbelasting. Deze hoogfrequente voegbewegingen kunnen een belangrijke oorzaak zijn waarom bepaalde type voegovergangen falen, zoals scheurvorming door vermoeiing met gevolgschades.
Voor nieuwe kunstwerken is in de regel een objectspecifiek rekenmodel beschikbaar waarvan op basis een analyse van de voegbewegingen kan worden uitgevoerd. In het verleden werd een dergelijk rekenmodel nog niet toegepast. Voor de berekening van voegbewegingen van bestaande kunstwerken waar de voegovergangen vervangen worden, ontbreken dan ook vaak de benodigde gegevens.
Objectspecifieke situaties
Met de toename van stille verhardingsdeklagen groeit de behoefte aan toepassing van stille duurzame voegovergangen. Met een goed rekenmodel kan vastgesteld worden of dergelijke voegovergangen in objectspecifieke situaties verantwoord toegepast kunnen worden en of zij hun ontwerplevensduur zullen halen. Dergelijke berekeningen worden, net als bij nieuwbouw, vaak door ingenieursbureaus gemaakt. De wijze waarop dit gebeurt, is niet altijd eenduidig. Resultaten van berekeningen kunnen dan ook aanzienlijk verschillen. Belangrijke aspecten worden regelmatig niet goed onderkend, waardoor de modellering niet correct wordt uitgevoerd. Daarnaast zijn de berekeningen van de bewegingen erg kostbaar.
Het PVO heeft daarom de projectgroep geformeerd die zorgdraagt voor de ontwikkeling van een generiek rekenmodel voor de bepaling van voegbewegingen van bestaande betonnen kunstwerken.
Rekenmodel
Het rekenmodel kan desgewenst voor nieuwe kunstwerken gebruik worden. In dat geval moeten de vervormingen door krimp, kruip en zetting aanvullend door de gebruiker zelf bepaald worden. Om het breed toegankelijk te maken wordt het rekenmodel ontwikkeld voor Excel.
Het gebruik van de MKM-tool (Meerkeuzematrix) van het PVO vraagt ook om invoer van de voegbewegingen. Het verkrijgen van deze noodzakelijke invoer wordt met deze nieuwe rekentool eenvoudiger, waardoor ook het gebruik van de MKM-tool beter tot zijn recht komt.
Met het beschikbaar komen van het rekenmodel kunnen opdrachtgevers zelf vooraf voegbewegingen (laten) bepalen en meegeven als informatie in een onderhoudscontract. Ook kunnen zij het model gebruiken om bijvoorbeeld middels de MKM-tool van het PVO zelf een verantwoorde keuze voor een bepaald type voegovergang te maken.
Indien opdrachtgevers het bepalen van de voegbewegingen als verplichting en verantwoordelijkheid van de opdrachtnemer zien, dan kunnen aannemers of leveranciers deze voegbewegingen zelf op een eenvoudige maar verantwoorde en economische wijze (laten) bepalen. Uiteraard kunnen ook zij de resultaten combineren met de MKM-tool om te toetsen welke voegovergangen voldoen in de betreffende objectspecifieke situatie.